Hersey en Blanchard Model

Wil je direct weten hoe je eenvoudig in 5 stappen van 'Vakman/vrouw' naar 'Leider' kunt groeien? Klik dan hier!

1. Leiden
2. Begeleiden
3. Steun
4. Delegeren

De bedenkers van dit model hebben er rekening mee gehouden dat de leidinggevende veel of juist weinig moet sturen en/of ondersteunen. 

" Bij het Hersey en Blanchard model gaan de makers er wel vanuit dat de medewerker over een bepaalde taakvolwassenheid beschikt. Dit houdt in dat de medewerker een grote mate van zelfstandigheid heeft. Dat deze persoon zelfredzaam is en zelfstandig de taken uit kan voeren die jij als leidinggevende gedelegeerd hebt."

Als leidinggevende moet je zelf bepalen welke stijl en hoeveel stijlen van leidinggeven het beste bij je medewerker past en in hoeverre je als leidinggevende in staat bent om jezelf aan te passen!

Ben je bijvoorbeeld net leidinggevende geworden, dan is het belangrijk om jezelf de volgende twee vragen te stellen:

1. Met wie heb ik te maken? Ervaren medewerkers of beginners?

Het is belangrijk om te weten of je te maken hebt met ervaren krachten die er al langere tijd zitten of beginners die alles nog moeten leren. Ervaren kracht die er al langere tijd zitten kunnen minder gemotiveerd zijn, terwijl een beginner zich vaak wil bewijzen en daardoor erg gemotiveerd is.

2. In welke situatie bevinden we ons op dit moment?

Aan de hand van de situatie kun je bepalen welke stijl van leidinggeven je het beste kunt toepassen.

Hieronder zal ik je laten zien wat de verschillende leiderschapsstijlen van het Hersey en Blanchard model exact inhouden en wat je er mee kunt.

Dus wat houden de 4 leiderschapsstijlen van Hersey en Blanchard precies in en wat kun je er mee?

Stijl 1. Leiden

Deze stijl pas je toe aan medewerkers die nog niet zelf aan de slag kunnen. Dit zijn de beginners of de onervaren medewerkers die eigenlijk alles nog moeten leren. Belangrijk hierbij is om goede instructies te geven.

Stijl 2. Begeleiden

Bij begeleiden heb je te maken met medewerkers die wel willen maar nog niet zelfstandig kunnen werken. Dit zijn medewerkers die er al even zitten, maar nog niet alles onder de knie hebben en daardoor tegen problemen aanlopen. Ze willen dus wel, maar zijn onzeker omdat ze nog niet de juiste kennis hebben om het uit te voeren. Aan jou als leidinggevende de taak om te overtuigen en te motiveren. Je begeleid ze dus naar de oplossing om verder te kunnen.

Stijl 3: Steun

Hier heb je te maken met medewerkers die wel kunnen, maar tijdelijk niet willen. Dit zijn de ervaren krachten die te veel aan hun hoofd hebben of te veel werk hebben liggen. Ze zijn daardoor wat terughoudend en onzeker. Aan jou de taak om dit op te lossen. Dit doe je door veel te overleggen en hen te steunen in hun werkzaamheden. Ga gewoon eens samen zitten en vraag wat er aan de hand is. Je zult zien als het opgelost is dat ze gewoon weer lekker aan de slag gaan.

Stijl 4: Delegeren

In deze situatie kunnen medewerkers prima hun werk zelfstandig uitvoeren. Zij hebben veel minder sturing en begeleiding nodig en komen wel naar jou toe als ze ergens tegenaan lopen.

Het is overigens absoluut niet zo dat je in deze situatie niets hoeft te doen. Ook deze medewerkers willen iets van je horen. Belangrijk is dat je ze vertrouwen geeft en dat je ze durft los te laten en dat je ze complimenteert als ze hun werkzaamheden goed hebben uitgevoerd.  

Nu weet je precies wat het Hersey en Blanchard model inhoudt en welke 4 leiderschapsstijlen hier bijhoren.

Het is dus belangrijk dat je als leidinggevende elke keer kijkt naar de situatie waar jij en je medewerkers zich in bevinden. Door bepaalde (onverwachte) factoren kan de situatie iedere keer veranderen en dien je je leiderschapsstijl daarop aan te passen.

Uiteindelijk zul je op een bepaald moment alleen nog hoeven delegeren. Door het toepassen van dit leiderschapsmodel krijg je hardwerkende, zelfstandige en tevreden medewerkers. Zij blij én jij blij!